Spelen
Op deze zondagochtend loop ik om 8 uur, genietend met een kop thee in de tuin,
Mijn blote voeten voelen het koude en vochtige gras, terwijl de eerste zonnestralen mijn gezicht verwarmen.
Ik ga zitten op een bankje en adem diep en en uit, de rust overvalt me als een welkome dag.
Ik hoor de vogels fluiten en fladderen en opeens schiet er een eekhoorn voorbij.
Ik volg de eekhoorn, die in een rap tempo een boom op rent.
Daar ontmoet ie zijn vriendje en rennen ze achter elkaar aan. Van boven naar beneden, van links naar rechts.
Al gauw zie ik meerdere eekhoorns over de nog kale takken rennen, van boom naar boom. Een fantastisch schouwspel waar ik uren naar kan kijken.
Ze spelen, rennen, lijken heen en weer te fladderen alsof er aan deze dag nooit een einde komt.
Vaak denken we dat het alleen aan kinderen en dieren toebedeeld is om te mogen en te kunnen spelen.
Wie heeft het ooit verzonnen dat we als volwassene 24/7 serieus zouden moeten zijn en niet meer mogen spelen?
Dat spelend gedrag kinderachtig is?
Dat we de hele dag wel mogen rennen maar dat we niet mogen spelen?
Het is vooral je eigen perceptie en de bril waardoor je naar jezelf en de ander kijkt, die maakt dat je bepaalde dingen niet meer ‘mag’.
Ook zonder carnavalsmasker kun je er elke dag opnieuw voor kiezen om te mogen en te kunnen spelen.
Spelen zorgt er onder andere voor dat je ontspant, je ademhaling verandert, gelukshormonen vrijkomen, je even niet meer hoeft na te denken, het bevordert je lachen, bevordert verbinding met jezelf én met de ander.
Wanneer was de laatste keer dat jij jezelf toestond om alleen of samen met iemand te spelen?
Ik wens je vandaag (en elke dag) een zonnige speeldag!